225 gram bloem (ik gebruikte plain white flour van doves farm)
140 gram boter
100 gram witte basterdsuiker
mespunt zout
1/2 ei
springvorm 24 cm
ca 1 kg appels
100 gram gewelde rozijnen
100 gram hazelnoten grof gehakt
ca 100 gram suiker
kaneel
geraspte citroenschil van 1 citroen
Verwarm de oven voor op 160 graden.
Doe de boter, basterdsuiker, bloem, zout en ei in een kom. Snij met 2 messen de boter in stukjes. Kneed met een koele hand snel tot een bal. Rol het deeg uit tot ongeveer een halve centimeter dik (niet te dun maken). Bekleed hiermee een springvorm van 24 cm, 2/3 hoog. Bewaar het restant van het deeg voor het vlechtwerk.
Snij de appels in plakjes. Bestrooi met suiker en kaneel en schud even goed door elkaar. Doe de rozijnen, hazelnoten en citroenschil erbij en schud opnieuw door elkaar. Doe het appelmengsel in de springvorm. Leg de bovenste laag netjes. Maak met het restant deeg reepjes en maak hiermee een vlechtwerkje op de appel. Bestrijk dit met ei.
Bak de taart in circa een uur gaar.